Zo, wat een feestweek alweer achter de rug zeg. Ik dacht: laat ik maar wat aantekeningen maken voor een volgende column. Dat waren er zoveel, dat ik maar meteen een nieuwe maak. Tevens kun je jezelf natuurlijk na één column ook nog geen columnist noemen.
De pronkzittingen waren erg bijzonder. Sowieso omdat je ze van achteren ziet, maar ook omdat je met enige regelmaat genoemd wordt. Heel bijzonder. Ook het stuk in het Brabants Dagblad, de nieuwkomers van radio Moeslandia en de afterparty van mijn snorrige vrienden maakte de avond compleet. Hier mocht ik ook mijn allereerste onderscheiding uitreiken aan Joris-Jan voor zijn bijdrage aan 11 jaar pronkzittingen. Hulde. Wederom zeer bijzonder allemaal.
Maar niet minder bijzonder was de jeugdpronkzitting op zondag. Na een kort ziekenbezoekje kon het feest beginnen. Een zaal vol enthousiaste kinderen en ouders om te komen kijken naar nog veel enthousiastere artiesten. Prinses Manon en Malou namen plaats naast prinses Lindy en ik mocht naast prins Morris zitten. Laatstgenoemde voorzag menig optreden van commentaar en legde regelmatig uit wie wie was en in welke klas ze zaten. “Kijk dat is mijn buurmeisje” om vervolgens bij de high five die ze hem wilde geven na afloop, tijdig zijn hand weg te trekken. Haha. Mijn twee grote vrienden Pim en Ruben nog even geassisteerd bij hun optreden en menig keer mee gesprongen bij de diverse stevige optredens. De dienstdoende presentator verdient ook alle lof, hij deed het erg leuk. Tussendoor mochten we ook nog even op de foto, omdat iemand een spreekbeurt over carnaval gaat doen! Een foto met de prins en prinses mag dan natuurlijk niet ontbreken in je presentatie.
De woensdag begon al heerlijk. Op het schoolplein: “Hoi prins carnaval”. Tjongejonge, rustig over straat is er ook al niet meer bij. Voor de goede orde: ik had niet mijn steek op bij het wegbrengen van de kids. Later die avond mocht ik met mijn buddy Johnny mee op bouwbezoek. Het was donker en guur, maar met lijndienst Spierings kom je echt overal terecht. Er wordt weer veel en vooral mooi gebouwd. Ik kijk nu al uit naar Moesmaandag. Maar niet te vlug, want er komen tussendoor natuurlijk nog een hele klets andere leuke dingen.
Kortom (alhoewel het weer een lang stuk is geworden) een heleboel leuke dingen, die door een heleboel leuke mensen worden georganiseerd. Eigenlijk zou ik ze allemaal een onderscheiding willen geven, maar dat gaat natuurlijk niet. “Ge het ok nog oew prinseigen”. Oh ja, de prinseigen onderscheidingen. Een onderscheiding die de prins zelf bepaalt en uitreikt aan een persoon die voor hem belangrijk is. “Dè zijn er 11 trouwens”. Ah , vroeg ik nog: 11 per dag!? Er zijn er zoveel die speciaal en belangrijk zijn voor mij en voor de carnaval. “Nee, 11 in de 2 jaar dat je prins bent”. Oké, duidelijk.
Maar een onderscheiding maakt natuurlijk de carnaval niet. Dat doen we mi mekoar en vur mekoar, want Moeslands carnaval dè maake we saame! Un bietje steuke hört d’r bè, want Olling schik en gein is een hendig medicijn. De carnaval is Nie Gering en tevens topsport, dus loat oe dûr ut Moesland verrasse. Dan weet ik zeker da ge gin spijt het as ge nie op wintersport goat mi deez daag! #wittegijwelniewadèwelniekost
Alaaf en tot snel,
Prins Twan d’n Uurste van het Moesland